Welke kleisoorten zijn er?


Er zijn verschillende kleisoorten: Aardewerkklei, Steengoedklei, Porseleinklei, Vuurklei en Ballclay.

  1. Aardewerkklei wordt het meest gebruikt. Aangezien deze klei poreus is na het stoken, dient het werk geglazuurd te worden, zo wordt het waterdicht. Voor handvormen gebruikt men meestal klei met chamotte. Chamotte zijn kleine korreltjes gebakken klei. Die worden aan de klei toegevoegd omdat het stabiliteit aan de klei geeft.
  2. Steengoedklei is een sterke klei. Bij het bakken sintert de klei dicht waardoor de scherf waterdicht wordt. Het glazuren achteraf is voornamelijk decoratief. Voor voedselveilig werk (servies) of werken die weersbestendig moeten zijn wordt het best deze klei gebruikt.
  3. Porseleinklei is het zuiverste en het meeste wit. Het is de fijnste soort, die na het bakken altijd een witte tint heeft. Na het stoken is het zeer sterk en kan het er zelfs transparant uitzien. Aangezien het zo hoogbakkend is, heeft porselein een harde scherf en is het de sterkste soort.
  4. Vuurklei is heel hittebestendig. Deze klei wordt het vaakst gebruikt voor vuurvast materiaal van te maken zoals ovenplaten en stapelmateriaal.
  5. Ballclay wordt zuiver weinig gebruikt, maar kan toegevoegd worden aan andere kleisoorten om deze plastischer te maken. Het kan ook aan glazuren toegevoegd worden als suspensiemiddel. In ons gamma werd het opgenomen bij de basisgrondstoffen.

Afhankelijk van de soort klei is de maximumtemperatuur bepaald. Aardewerk klei wordt gestookt tot ongeveer 1150°C. Steengoedklei vanaf 1200°C. Porselein vanaf 1220°C. De maximumtemperatuur wordt steeds vermeld, aangezien dit zo verschillend is. Het is belangrijk nooit hoger te stoken dan de maximale temperatuur. Bij een te hoge temperatuur smelt de klei en kan uw werk vervormen of stukspringen. 

Product added to wishlist
Product added to compare.