Hoe maak ik een poederglazuur aan?


Poederglazuur wordt aangemaakt met vloeistof + glazuurpoeder.

Om het bezinken van het glazuur tegen te gaan kan je best pehatine toevoegen aan het water (1/3 pehatine en 2/3 water). Hierdoor is het ook makkelijker te kwasten en wordt het glazuur ook veegvast. Dit heeft als voordeel dat er geen vingerafdrukken in de gebakken glazuur staan.

Je kan ook zelf een ‘moederoplossing’ maken in plaats van te werken met water en pehatine. Dit is handig als je een grote hoeveelheid glazuur wilt aanmaken bvb voor het dompelen. Dit komt voordeliger uit dan de kant en klare pehatine, maar het vraagt even tijd om het aan te maken.

Hier vind je het recept:

13 l warm water
20 gr peptapon
20 gr bentone EW
50 gr giessfix
10 cc Noval K

Bereiding:

Neem het warm water
Voeg daar alle droge afgewogen grondstoffen aan toe
Laat 1 nacht staan
Een half uur mixen met de gietkleimixer
Door een zeef van 80 mesh gieten
In gesloten flessen of emmer bewaren

 

Als geheugensteuntje kan je ervan uitgaan dat je 1 kg glazuuurpoeder per liter vloeistof nodig hebt. Begin alvast met een deel aan te maken, je kan nog steeds meer vloeistof toevoegen tot je de gewenste dikte bekomt. Algemeen wordt aangenomen om de dikte van een drinkyoghurt te gebruiken. Kijk vooral wat voor jou het prettigst werkt. De dikte kan verschillen of je gaat kwasten, dompelen of spuiten. Je kan ook werken met een densiteitsmeter zodat je steeds dezelfde dikte hebt. Dit is makkelijk als je steeds met hetzelfde glazuur werkt. Het litergewicht ligt vaak tussen 1.4 à 1.5 kg per liter.

Meng goed en zeef het glazuur (mesh 60 of 80). Poederglazuren met effect ga je best niet zeven want het effect blijft in de zeef hangen. Laat je glazuur een nachtje rusten alvorens je het gaat gebruiken.

Alvorens het glazuur te gebruiken is het best om nog eens flink te doorroeren en te zeven. Bewaar je glazuur steeds in een afgesloten emmer of pot.

 

Nog enkele tips om tot een goed resultaat te komen:

  • We raden aan om je biscuit te stoken op 1000 à 1020°, op deze temperatuur zijn alle gassen uit je klei en heb je minder kans op glazuurfouten. Hou steeds rekening met het stooktemperatuur van je glazuur en de maximum temperatuur van je klei.

  • Zorg dat de bodem van je werk steeds glazuurvij is. Dit kan je doen door koudwas aan te brengen op de delen die niet geglazuurd worden. De koudwas bakt gewoon weg. Zorg ook steeds met een voor een glazuurvrij randje aan de buitenkant, zeker bij lopende glazuren.
     
  • Gebruik voor het kwasten goed absorberende penselen (zoals de haké kwast met reservoir) zodat je lange borstelsteken kan maken
     
  • Voor het spuiten maak je het glazuur best vloeibaarder. Spuit het pistool na gebruik schoon met water en spuit nadien droog met lucht.
     
  • Meestal zijn 2 à 3 lagen voldoende, voor rode glazuren mag je zeker een extra laag aanbrengen.
     
  • Noteer in een boekje welke glazuur je hebt gebruikt, of maak een foto van je werk samen met de verpakking van het glazuur. Het is handig als je later de gebruikte referenties makkelijk terugvindt.
Product added to wishlist
Product added to compare.